- gemeen
- gemeen1{{/term}}〈het〉1 rabble ⇒ hoi polloi————————gemeen2{{/term}}I 〈bijvoeglijk naamwoord〉1 [slecht, vals] nasty ⇒ 〈boosaardig〉 vicious, malicious, 〈laag, verachtelijk〉 low, 〈laag, verachtelijk〉 vile, 〈met betrekking tot behandeling〉 shabby2 [gemeenschappelijk] common ⇒ joint3 [openbaar] public ⇒ general4 [ordinair] common ⇒ vulgar, 〈met betrekking tot taal〉 offensive♦voorbeelden:1 een gemene hoest • a nasty cougheen gemene hond • a vicious dog〈sport〉 een gemene overtreding • a dirty foul〈sport〉 gemeen spel • foul/dirty/rough playwat een gemeen spul • what foul stuffeen gemene streek • a dirty trickdat is gemeen van je • that's a mean/rotten thing (for you) to do2 〈wiskunde〉 de (grootste) gemene deler • the highest common factor/denominator〈wiskunde〉 het (kleinste) gemene veelvoud • the lowest common multiplegemene zaak met iemand maken • make common cause with someoneniets/veel met iemand gemeen hebben • have nothing/a lot in common with someone3 de gemene zaak • public/common interest4 gemene taal uitslaan • use foul/filthy languageII 〈bijwoord〉1 [op valse/verachtelijke wijze] nastily ⇒ 〈boosaardig〉 viciously, maliciously, 〈met betrekking tot behandeling〉 shabbily2 [heel erg] awfully ⇒ terribly♦voorbeelden:1 iemand gemeen behandelen • treat someone badly/shabbily; 〈informeel〉 give someone a raw deal2 het is gemeen koud • it's awfully/beastly cold
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.